Dankjewel allemaal voor je komst aan het Winterfeest. Het 10de groeiseizoen is geopend. Ingrid Ackermans heeft het gewortelde (munt)stokje overgedragen aan Erik Sterk en Tineke van der Burg van Voedseltuin en Pluspunt Rotterdam.
Bij het fotoverslag de column van Inge Janse, voorgedragen op het winterfeest.
Waarom we recht hebben op groen
‘Waren jullie maar een woning.
Was dit maar een appartementencomplex.
Bevatte deze kas maar bewoners.
Want: was Rotterdamse Munt een woning, dan werden er tussen nu en 2030 bijna een miljoen extra edities van gebouwd in Nederland. Jullie hadden je eigen minister die daarop zou toezien, er bestond een sector waarin miljarden omgingen om dit te realiseren, en wet- en regelgeving gingen er massaal voor op de schop. Subsidies werden voor jullie verstrekt, stadsbruggen gebouwd, treinstations opgeknapt, wegen aan- en omgelegd, en bedrijfslocaties uitgekocht.
Maar jullie zijn geen woning. Verre van. Sterker nog: jullie houden kostbare grond bezet voor woningen. Nu is het dat de huidige locatie van Rotterdamse Munt bovenop een treintunnel staat. Daar mag je geen woningen bouwen. Dus, oké, bij de gratie van de NS mag je blijven.
Maar anders? Dan hadden we Rotterdamse Munt beter kunnen hernoemen naar het Reizende Circus Munt.
En dat is gek. Heel gek. Want echt iedereen is fan van dingen doen in het groen. Er is bijvoorbeeld een prachtige serie strips gemaakt door verhalenvanger Sulaiman Osman over wat bewoners van Feijenoord vinden van hun wijk. Naast ‘niets te doen’ zegt daarin bijna iedereen ‘zo veel stenen, zo weinig groen’.
Dus je zou zeggen: Rotterdamse Munt, doe er daar maar tien van. Maar nee. Zo werkt het niet. De piramide van Maslov bestaat in Rotterdam blijkbaar uit wonen, wonen en wonen.
Nu geldt wonen als een basisbehoefte. Ze wordt vermeld in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en daarom ook in onze grondwet: de overheid moet zorgen voor huisvesting. Maar dat universele recht geldt niet voor groen. Groen is optioneel, een kers op de woning, leuk als het er is, maar niets aan te doen als het ontbreekt. Ja, er is wel een ‘richtlijn’ voor groen van de overheid. De bedoeling is dat er per woning 75 vierkante meter groen moet zijn. Uit onderzoek van Natuur & Milieu van dit jaar bleek alleen dat bijna de helft van de Rotterdamse wijken hier niet aan voldoet.
Natuurlijk doet de gemeente Rotterdam haar best om het tij te keren. Het coalitieakkoord heeft bijvoorbeeld de ambitie voor 20 hectare groen erbij. De zeven bijbehorende stadsprojecten om meer groen in de stad te krijgen vind ik echt, serieus, prachtig. Het Rijn- en Maashavenpark hier op Zuid zouden zomaar geweldig kunnen uitpakken. Niettemin bestaat Rotterdamse Munt niet omdat de gemeente het koste wat het kost wil, maar bij gratie van afwezigheid van woningen. Zoiets moois dat ternauwernood mag en kan bestaan, hoe kan dat toch? Waarom is er geen wethouder die specifiek over groen gaat? Chantal Zeegers gaat over klimaat, bouwen en wonen, Vincent Karremans over Handhaving, Mobiliteit en Buitenruimte. Maar niemand die zegt ‘ik vind groen zo belangrijk, dat ik het in mijn titel opneem.’
Terwijl groen ook gewoon noodzakelijk is. Tegen klimaatverandering. Tegen hittestress. Tegen droogte. Tegen luchtvervuiling. Tegen lelijkheid. Die richtlijn voor groen moet dus een wet worden. Wij moeten recht krijgen op groen. Het groenrecht. We hebben al GroenLinks, minister-president Mark Rutte opteerde ooit al eens voor groenrechts, dus we zijn er al bijna. Moeilijk is het ook niet. Leg gewoon vast dat voor elke ontwikkeling er een minimaal percentage groen moet zijn.
En ja, er woedt een strijd om ruimte, met woningen, wegen, energieopwekking, leidingen, winkels, scholen, en groen. Maar die strijd is er sowieso. De vraag is vooral politiek: gunt Rotterdam het haar bewoners om in het groen te leven, ongeacht waar zij wonen? Er zijn ook eisen voor 30% sociale woningbouw. Waarom dan geen eisen voor 75m2 groen?
Voor mij is Rotterdamse Munt het bewijs bij uitstek voor wat het groenrecht kan opleveren. Laat daarom duizend munten groeien.’